Ineens praat heel Nederland over Rotterdam. Dat verbaast Rotterdammers helemaal niets; hier praten we er al jaren over. Maar als zelfs Amsterdammers (en zelfs de Volkskrant) positief gaan doen, dan is er iets aan de hand. Laatst zei de architect van The Red Apple dat Rotterdam steeds meer op Amsterdam ging lijken. En daarom zien we ook ineens zaken als Bendorf en Marqt in Rotterdam opduiken. Maar enige scepsis is te bespeuren: ‘wat motten die 020-ers hier?’ Daarom even voor de duidelijkheid: het verschil tussen Rotterdammers & Amsterdammers!

‘Amsterdammers’
De meeste ‘Amsterdammers’ zijn geen Amsterdammers. Het zijn economische vluchtelingen uit de provincie, die hun hele leven op zoek zijn geweest naar een groots en meeslepend leven. Daar bewonder ik ze om en al ben ik het hartgrondig met ze eens: alles is beter dan wegkwijnen in dorpen waar de jaarlijkse braderie het hoogtepunt is, en carnaval de enige reden om de buurman eens in z’n goddelijk afgetrainde ass (NOT!) te knijpen. Maar ergens in hun zoektocht vergaten ze wie ze zelf waren en kwamen terecht in de stad die de beklemmende gezelligheid van een dorp heeft, maar door de miljoenen blowende hoerenlopers ineens werelds lijkt. De provincialo’s op bakfiets verloren hun identiteit en kakelden elkaar na dat de stad ‘zoooo gezellig’ is. Maar als je vraagt waarom, dan hebben ze eigenlijk geen enkel argument waarom dat gezelliger zou zijn dan Geldrop. Ja, dat Vondelpark is zo leuk. En dat Rijksmuseum is zo mooi, maar daar zijn ze zelf ook al jaren niet meer geweest.

‘Rotterdammers’
Nee dan de ‘Rotterdammers’. Dat zijn vluchtelingen die in elk geval niet naar een economisch voorspoedig oord vertrokken. Sterker nog, ze vertrokken naar een achterbuurt waar niemand dood gevonden zou willen worden. Ze bouwden hun eigen geluk en vochten zich vrij van alles wat vanzelfsprekend was. Op straat worden meer talen gesproken dan in het Europees parlement en daar hoeft geen tolk aan te pas te komen. Stijl bestaat hier niet, behalve als je ‘ontkroest’ bedoelt. En dat steil en stijl niet hetzelfde zijn, maakt in Rotterdam niets uit. Hipsters vervelen zich in Rotterdam de pleuris; in Rotterdam is iets goed en gaat het jaren mee. Of het is kut en dan is het binnen een jaar verdwenen. Of het is anti-kraak, dan blijft het altijd langer dan gedacht. Maar elke week van hippe bar naar een nog hippere bar, dat zit er hier niet in.

En als je dan per se een hippe Marqt neerzet omdat je potentieel marktaandeel ziet, dan zetten Rotterdammers daar gewoon een Markthal naast. Met aan ‘K’ ja. En daar verkopen ze dezelfde lokale bio-meuk, voor de helft van die Qut-prijs. Dat is voor de meeste Rotterdammers overigens nog steeds te duur, dus daarom staat er 2x in de week een complete markt tussenin: precies van de Marqt tot de Markthal. En daar koop je voor een prikkie alles wat doorgedraaid, afgekeurd, tweedehands of milieuvervuilend geïmporteerd is. Dat snappen ze niet in Amsterdam. Maar de ‘Rotterdammer’ ziet er de humor wel van in.

‘Amsterdammers’ hebben niks met ‘Rotterdammers’, tenzij het geld oplevert. ‘Rotterdammers’ motten niks hebben van ‘Amsterdammers’. Zelfs niet als het geld oplevert. Dat is het verschil.